Advocatuur toont zich Corona bestendig


DE ADVOCATUUR LIJKT DE DANS TE ONTSPRINGEN

De Nederlandse economie lijdt onder corona, maar de advocatuur lijkt slechts beperkt geraakt te worden. Er is niet zozeer sprake van daling van omzet, wel van afvlakkende groei. En het werk verschuift.

Dat blijkt uit diverse recent verschenen analyses over de financieel-economische gevolgen van de coronacrisis voor de advocatuur. Zo laat de benchmark die Wolters Kluwer jaarlijks afneemt bij middelgrote en kleine kantoren zien dat in de eerste drie kwartalen van 2020 de gemiddelde dagomzet in veel specifieke rechtsgebieden beduidend is gestegen: zoals bij bestuursrecht, arbeidsrecht en ICT-recht. Dit komt door een gestegen uurtarief, een stijging van de declarabele uren of een combinatie van beide factoren. Gemiddeld is het aantal declarabele uren per dag gelijk gebleven met 5,2 uur. Het uurtarief is met 5 euro gestegen naar 222 euro.

Een vergelijkbaar mild crisiseffect signaleert de sectorprognose van ABN AMRO over de eerste acht maanden van dit jaar: ‘In tegenstelling tot veel andere subsectoren uit de zakelijke dienstverlening heeft de uitbraak van het virus de advocatuur tot dusverre in economisch opzicht niet hard geraakt,’ schrijft de bank. Er is geen sprake van krimp, wel van afvlakking van de groei: ABN AMRO verwacht dat de omzetstijging van de advocatuur in 2020 afneemt van 4,5 naar 2 procent. Voor de zakelijke dienstverlening in totaal voorziet de prognose dit jaar een krimp van 6 procent.

VERSCHUIVING

De verklaring voor het conjunctuurbestendig zijn van de advocatuur legt ABN AMRO bij het feit dat advocaten deels werk doen dat in de crisis juist extra hard nodig is. Zoals advies geven op het vlak van arbeidsrecht, waar in deze economische onzekere tijden veel vraag naar is. Anderzijds is de workflow in de fusie- en overnamebranche duidelijk ingezakt: de Europese omzet daalde in het eerste half jaar met 29 procent volgens de M&A outlook van Mergermarket en CMS.

Deze verliesposten worden echter gecompenseerd door secties die tijdens de crisis floreren, zeker bij kantoren die actief zijn in een breder palet aan rechtsgebieden. Er is volgens ABN AMRO ‘niet zozeer sprake van een afname aan opdrachten, maar hoofdzakelijk van een verschuiving’. In dit beeld herkent Jeroen Latour, partner van Blenheim Advocaten in Amsterdam, zich. ‘De coronacrisis heeft opgeteld weinig impact op onze omzet. Het is eigenlijk redelijk stabiel. Onze M&A-poot stortte even in, maar is weer aangetrokken, al zijn het daar geen goede tijden. Dat wordt flink gecompenseerd door onder meer arbeidsrecht: daar giert het opdrachten.’ Blenheim telt dertig advocaten die actief zijn in de zakelijke markt. ‘Het is belangrijk dat je flexibel op een crisissituatie kunt inspelen,’ zegt Latour. ‘Dat lukt het best als je mensen hebt die geschoold zijn in meerdere rechtsgebieden. Dat een advocaat bijvoorbeeld niet alleen veel weet van huurrecht, maar ook van faillissementsrecht. Dan kan hij sneller schakelen en is hij breder inzetbaar.’

‘Het valt overall reuze mee’

De advocatuur heeft relatief weinig last van de conjunctuur, ziet ook Willem Hengeveld, auteur van het boek De advocatuur als onderneming. Al tijdens de kredietcrisis was de schade beperkt, aldus Hengeveld. ‘De omzetten en winst waren toen echt een paar jaar lager, maar de dip was minder groot dan in veel andere sectoren.’ Hengeveld benadrukt wel dat bepaalde niches het zwaar hebben: niet alleen de fusie en overnamepraktijk maar bijvoorbeeld ook de strafrechtpraktijk en de cultuur-, toerisme- en horecasector. ‘Toch valt het overall reuze mee. Dat zie je bijvoorbeeld aan het feit dat het beroep van een aantal kantoren op de NOW-regeling achteraf onnodig bleek.’ De kleine groep die serieus in de problemen komt, stond er volgens Hengeveld vaak al slecht voor: ‘Die hadden voor corona al weinig vlees op de botten.’

PANIEK

Vlak na het uitbreken van de pandemie was het economisch sentiment binnen de beroepsgroep veel alarmerender. Volgens onderzoek van het Advocatenblad voelde begin april een kwart van alle 5700 Nederlandse kantoren zich in hun voortbestaan bedreigd. Met name bij de kleinere kantoren leefden grote zorgen. Tweederde van alle kantoren voorzag omzetverlies door corona. Het was de periode dat de rechtbanken als gevolg van de lockdown op slot zaten.

Medio mei liet een onderzoek onder sociaal advocaten door specialisatievereniging VSAN medio nog meer verontrusting zien: 86 procent van alle leden voorspelde omzetverlies door corona, 94 procent had minder intakes. ‘Iedereen zag het heel somber in,’ blikt VSAN-voorzitter Reinier Feiner terug op die beginfase. ‘Van het ene op het andere moment hadden veel sociaal advocaten opeens een lege agenda. In dat tweede kwartaal was er een enorme terugval in omzet.’ Daar kwam volgens Feiner bij dat de sociale advocatuur al danig verzwakt was als gevolg van de jarenlange bezuinigingen op de gesubsidieerde rechtshulp. ‘Daarom leek corona voor een aantal kantoren de genadeklap te worden. Zeker in de hoek van het personen- en familierecht, die zijn het meest onderbetaald.’ De speciaal voor de sociale advocatuur in het leven geroepen voorschotregeling was daarom welkom: om liquiditeitsproblemen te voorkomen, kon men een voorschot van vijftig procent per toevoeging krijgen.

‘Veel sociaal advocaten hadden opeens een lege agenda’

Uiteindelijk zijn tot dusver nauwelijks sociaal advocaten failliet gegaan als gevolg van corona, zegt Feiner. ‘De grote dip in het voorjaar werd gevolgd door een enorme inhaalslag de maanden daarna.’ Rechtszaken werden alsnog afgehandeld en er kwam bovendien veel extra werk voor de sociale advocatuur dankzij corona. ‘Wij staan de groepen rechtzoekenden bij die het meest getroffen worden door de crisis,’ stelt Feiner. ‘Zoals psychiatrisch patiënten en mensen die ontslagen worden.’ Daardoor blijft dit jaar ook binnen de sociale advocatuur de omzetdaling beperkt. Slechts weinig sociaal advocaten zullen een beroep doen op een tweede specifieke steunmaatregel: de tegemoetkomingsregeling, verwacht de VSAN-voorzitter. ‘Om daarvoor in aanmerking te komen, moet je omzetverlies over 2020 minstens twintig procent zijn. Dat halen er gelukkig niet veel.’

ROOSKLEURIG

Inmiddels heeft de tweede coronagolf zijn aanvang genomen en de beperkende maatregelen zijn weer strikter geworden. Toch denken Latour, Hengeveld en Feiner dat de advocatuur grosso modo deze dip goed zal doorstaan. ‘Ook in 2021 zal er aan zaken voor sociaal advocaten geen gebrek zijn,’ aldus Feiner. ‘Ik vind de jaarlijkse verhoging van de eigen bijdrage voor gesubsidieerde rechtsbijstand een grotere bedreiging voor onze inkomsten dan corona.’ Latour voorziet dat in de loop van volgend jaar Nederlanders het geld gaan uitgeven dat ze in deze tijd niet hebben besteed aan horeca en vakantie. ‘Als er een vaccin is en een goede groepsimmuniteit voorzie ik een grote piek.’ Ook Hengeveld ziet de toekomst optimistisch in: ‘De kansen voor veel kantoren zijn prima. Mits je je aanpast aan de moderne omstandigheden. Daarin is corona slechts één factor.’

De drie sluiten zich aan bij de positieve toekomstverwachtingen die naar voren komen uit de meeste onderzoeken. Zestig procent van de Nederlandse middelgrote kantoren denkt dat de winst zal groeien, aldus de benchmark van Wolters Kluwer. Dat is een stijging van zeven procent vergeleken met de benchmark van 2019. Dertig procent verwacht een gelijkblijvende winst en tien procent – 1 procent meer dan in 2019 – verwacht een winstverlies. Het percentage kantoren dat een omzetgroei voorziet, ligt op 58.

Inmiddels heeft de tweede coronagolf zijn aanvang genomen.

De Europese advocatuur ziet de toekomst minder rooskleurig, volgt uit de Covid Survey 2020 die Wolters Kluwer in juli hield onder ruim 1800 professionals van advocatenkantoren in tien Europese landen. Circa 37 procent van de kantoren verwachtte binnen twaalf maanden een afname aan werk, 19 procent een stabilisatie, 13 procent een toename en 31 procent wist het nog niet. ‘Uit die cijfers blijkt veel onzekerheid,’ vindt Hengeveld. ‘In zekere zin kun je die 37 en 31 procent bij elkaar optellen. Die zijn negatief of weten niet hoe het gaat lopen.’

Opvallend is hoe beduidend minder negatief 117 Nederlandse ondervraagde kantoren hun toekomstig werk inschatten: waar 13 procent van Europese kantoren een toename verwachtte, is dat in Nederland 28 procent. Een afname in opdrachten verwacht 29 procent van de Nederlanders, tegen 37 procent in Europa.

WAAKZAAM

Toch zijn er wel degelijk risico’s, ondanks het positieve sentiment. Naast de neerwaartse trend in specifieke werkvelden van de advocatuur kunnen kantoren last krijgen van de algemene economische teruggang. Als steeds meer bedrijven hun winst zien verdampen, is het de vraag of ze zich nog een advocaat kunnen en willen veroorloven. De ABN AMRO sectorprognose voorziet vanwege dit langetermijneffect in 2021 een krimp van de advocatuur met 1 procent.

Latour is daarom waakzaam. ‘Het betalingsgedrag van de klant is nu goed,’ stelt hij. ‘Maar dat kan zomaar veranderen. Daarom ben ik als financieel partner op mijn qui-vive: ik kijk iedere dag wat er binnenkomt en wat er aan uren geschreven wordt. Als dat tegenvalt, moet je daarop sturen.’ De crisis laat zien dat het belangrijk is voor een advocatenkantoor risico’s te spreiden. ‘Als je allemaal one-trick-pony’s hebt en in één keer valt de trick weg, dan kom je zwaar in de problemen,’ zegt Latour. ‘Superspecialisatie is dodelijk in dit soort situaties. Vandaar mijn pleidooi voor breder inzetbare advocaten.’

Hengeveld onderschrijft dit: ‘Kantoren die een wat algemenere en gediversifieerde praktijk hebben, komen makkelijker door zo’n crisis heen.’ Uit de Wolters Kluwer benchmark blijkt dat nichekantoren een substantieel hoger partnerinkomen kennen dan de fullservice-kantoren: circa 137.000 tegenover circa 113.000 euro. Maar qua toekomstverwachting doen het nichekantoor het minder goed: de groep fullservice-kantoren die een hogere winst en omzet voorziet, groeit een stuk harder.

Bron http://www.advocatenblad.nl

Terug naar lijst